Vrouw aan boord!

Standbeeld Mollie Malone in Dublin

“Vrouw aan boord” was een radio/revue uit de oorlog periode.
Voor deze revue schreef Pieter Arie Oliemans (zijn pseudoniem Anton Beuving, Beuving was de naam van zijn vrouw.)  de tekst van “De straatjongen van Rotterdam”, later bekend als Ketelbinkie.

In 1936 begon hij met het schrijven van liederen, en het schrijven van toneel- en hoorspelen. In 1938 trad hij dienst van de VARA.
In 1943 is Ketelbinkie, voorzien van muziek door Jan Vogel, voor het eerst op de plaat gezet, Frans van Schaik zong het lied en  Cor Steyn  begeleide hem op het orgel van het city theater in Amsterdam.
In de tekst beschreef Oliemans zijn eigen jeugd op de grote vaart (1919 tot 1924) Het overlijden van Ketelbinkie heeft hij er zelf bij verzonnen. Het “foc’sel” was het vooronder en “Schootan” was een jenever dat gemaakt werd volgens het recept van VOC. “Roosterbaren” waren zware metalen platen die het vuurrooster van de stoomketel vormde. Ketelbinkie werd in het zeildoek gerold met de roosterbaren om het lichaam te verzwaren zodat het naar de zeebodem zou zakken.

Voor dezelfde radio/revue schreef hij de gekuiste tekst voor “Het matrozenmeisje”. Dit lied werd in de late middeleeuwen al gezongen. Marius Adrianus Brands Buys schreef het in 1775 op papier. De eerste zin was. “Daar was laatst een meisje loos”. In de 17e en 18e eeuw kwam het veelvuldig voor dat vrouwen en meisjes zich als man verkleedden om aldus als matroos aan te monsteren op een zeilschip.
Brands Buys schreef 5 coupletten hij heeft er 2  weggelaten daar hij eene ruwe woordkeuze ongeschikt achtte voor publicatie. Bart heeft nu een versie met 12 coupletten.

All For Me Grog

Bloody Mary

Een zeemans valkuil

All For Me Grog is ontstaan op zee en werd al snel een populair drinklied in cafe’s en kroegen over heel de wereld.
Het lied vertelt het verhaal van een zeeman die al zijn geld spendeert aan drank en tabak en zelfs al zijn bezittingen verkoopt, inclusief zijn laarzen, zijn shirt, zijn bed en zelfs zijn vrouw, om zijn tabak en drank in de toekomst te kunnen betalen.
Als gevolg hiervan heeft hij een helse kater als hij vertelt duizendpoten en slangen te zien met zijn hoofd vol pijn.
Wanneer het zo wordt geplaatst klinkt het als een sprookje.  Het refrein klinkt blij en gelukkig en is het in feite een viering van drinken en een zorgeloos leven.

All For Me Grog is meer een drinklied dan dat het een shanty is. In de volksmond wordt het vaak bij de shanties genoemd, maar shanties moeten de zeelieden  helpen samen te werken bij het uitvoeren van hun taak op zee.
Derhalve is All For Me Grog meer een lied dat gezongen wordt tijdens de ontspanning  als de bemanning stoom afblaast na hard werken of als de mannen in de haven de kroegen in gaan.

De betekenis van noggin, noggin boots

De term noggin boots klinkt alsof het om een bepaald soort schoeisel gaat, misschien iets specifieks voor zeelieden.
In feite verwijst het helemaal niet naar laarzen
De uitdrukking “noggin, noggin” is gewoon jargon, soms gebruikt als vervanging voor sterkere krachttermen die niet aanvaardbaar zouden zijn in beleefd gezelschap of tijdens publieksbezoek. Sommige versies van het nummer staan bekend als “Noggin Boots”. 

Grog verwees oorspronkelijk naar het rumrantsoen 

De Britse marine gaf de matrozen dagelijks een portie brandewijn. Dat veranderde nadat de Britten in 1655 Jamaica hadden veroverd. Dit gaf toegang tot een voorraad rum die snel in de plaats kwam van de brandewijnrantsoen omdat het veel goedkoper was.
Sommige zeelieden hebben hun dagelijkse rantsoenen gespaard tot ze genoeg hadden voor een goede drinksessie, die vaak eindigde met dronken worden. Om dit te bestrijden, besloot admiraal Edward Vernon de rum te verdunnen om de houdbaarheid te verkorten en de matrozen te ontmoedigen om het te bewaren totdat ze er genoeg van hadden om ze dronken te maken.
Zeelui noemden zijn verwaterde rum  “grog”, hoewel de term uiteindelijk elke vorm van alcohol betekende.

De amerikaanse marine adopteerde het gebruik van rumrantsoenen tot 1862. De Britten zijn pas in 1970 met deze traditie gestopt.

Botany Bay

Standbeeld Mollie Malone in Dublin

Vaarwel Engeland, ik zal je wel niet meer terugzien…..

Daarmee opent het lied Botany Bay. Het lied beschrijft hoe jonge criminelen uit Engeland op weg werden gestuurd naar hun alternatieve straf. Overigens waren de straffen niet mild, getuige de vier voorbeelden van uitgedeelde straffen:

  • JOHN HILL: Veroordeeld wegens het stelen van een op zes penny’s getaxeerde linnen zakdoek en voor zeven jaar naar Australië verbannen.
  • ELIZABETH BASON: Veroordeeld wegens het stelen van zo’n zes meter katoenen stof. Hoewel ze veroordeeld was tot de strop, werd haar straf gewijzigd in zeven jaar ballingschap.
  • JAMES BARTLETT: Schuldig verklaard aan diefstal van 450 kilo kabeltouw. Hij werd voor zeven jaar naar Australië verbannen.
  • GEORGE BARSBY: Schuldig bevonden aan mishandeling van William Williams en aan diefstal van diens zijden beurs, een gouden horloge en zes gienjes (ongeveer zes Britse ponden). Hij werd veroordeeld tot de strop maar de straf werd veranderd in verbanning voor de rest van zijn leven.

De reis kende vele ontberingen op zee, de tijd in gevangenschap is lang niet voor iedereen gevangene overleefd. Overleefde men het wel, dan gloorde er ook hoop: een nieuw bestaan in een nieuw stukje Engeland.

Waarom Australië?

In 1718 besloot de Britse regering iets aan de uitpuilende gevangenissen te doen door de criminelen te deporteren. Tegen 1770 verscheepten ze 1000 gevangenen per jaar, hoofdzakelijk naar hun kolonies in Maryland en Virginia. In 1783 raakten de Britten deze kolonies als bestemming voor hun misdadigers kwijt als gevolg van de Amerikaanse Vrijheidsoorlog. Maar tegen die tijd hadden ze er al meer dan 50.000 veroordeelden naartoe gestuurd.De alternatieve bestemming was een dor land helemaal aan de andere kant van de aardbol. De oostkust daarvan was dertien jaar voordien in kaart gebracht en voor Groot-Brittannië opgeëist door de ontdekkingsreiziger James Cook. De onderzoeker Joseph Banks was ook aan boord tijdens die reis, en hij opperde dat dit land een ideale bestemming zou zijn voor ongewenste onderdanen van het Britse Rijk. Botany Bay kreeg van Cook in eerste instantie de naam Stingray Bay, naar de veel voorkomende pijlstaartroggen. Vanwege de grote hoeveelheid planten die de geldschieter van de expeditie, de botanicus sir Joseph Banks, er vond, veranderde hij dat later in Botany Bay. In mei 1787 begon de eerste vloot van elf kleine schepen aan de 26.000 kilometer lange reis naar Botany Bay. In de daaropvolgende tachtig jaar tot 1868 werden in totaal 158.829 veroordeelden naar Australië gestuurd.

 

Bloody Mary

Bloody Mary

Mary Read zou in Plymouth, Devon, Engeland in de late 17e eeuw geboren zijn.
Mary werd door haar moeder als jongen opgevoed om de erfenis op te kunnen strijken van haar vader, waar ze alleen aanspraak op maakte als ze een jongen kreeg. Haar moeders nieuwe man, die kapitein was en vaak op reis ging, was hiervan op de hoogte. Op haar 13e ging Mary varen als schippersknecht om de kost te verdienen. Na een aantal maanden had ze het wel gezien en schreef ze zich in bij de Britse marine. Nog steeds verkleed als man ging ze de strijd aan met de Fransen in de Spaanse Successieoorlog. Na een aantal maanden werd ze verliefd op een Vlaamse collega, ze besloten na enige tijd beiden hun ontslag te nemen bij de marine.

Ze trouwden met elkaar, en Mary kon zich voor het eerst voordoen als vrouw. Ze besloten samen een herberg te beginnen, genaamd De Drie Hoefijzers. Volgens overleveringen was de herberg gevestigd in de buurt van Breda of het kasteel van Breda. Een aantal jaren later zou de man van Mary door een lastige klant zijn neergestoken. Hij overleed een aantal dagen later aan de bloedingen. Mary verkocht vervolgens de inboedel en meldde zich deze keer aan bij de Nederlandse marine, en vertrok richting de Caraïben.

Begin 1718 kwam Mary aan in de Caribische Zee met een koopvaardijschip, opnieuw verkleed als man. Daar werden ze overvallen door een piratenschip onder leiding van Jack Rackham en zijn vriendin Anne Bonny. Mary werd opgenomen onder de bemanning van Rackham. Na enige tijd kwam Anne Bonny erachter dat Mary een vrouw was. Ze beloofde dit niet verder te vertellen en ze werden goede vriendinnen. De kapitein kreeg toch na enige tijd argwaan en het geheim werd hem door de dames verteld. Rackham zag er geen probleem in en er werd gefluisterd dat de drie een verhouding hadden. Later werd Mary ook verliefd op een medepiraat. Drie à vier maanden heeft de zegetocht van Rackham mogen duren. Op een ochtend, eind oktober in 1720, werd het schip onder vuur genomen door kapitein Jonathan Barnet, een afgezant van gouverneur Woodes Rogers om piraterij de kop in te drukken. Die ochtend kon de bemanning geen weerstand bieden omdat ze nog dronken waren van de vorige avond, alleen Mary en Anne Bonny zouden zich verzet hebben tegen hun arrestatie.

Het grootste gedeelte van de bemanning, waaronder Jack Rackham werden berecht en opgehangen in La Vega. Mary en Anne kwamen allebei onder hun berechting uit omdat ze zwanger zouden zijn. Destijds mocht men geen zwangere vrouwen om het leven brengen. Men dacht echter dat de dames een toneelstukje opvoerden door zwangerschap te simuleren. Volgens nader onderzoek zouden de dames daadwerkelijk zwanger zijn geweest, al was onduidelijk van wie. Men denkt in het geval van Mary aan Jack Rackham maar vooral aan de piraat op wie ze verliefd werd. Read zou aan een virus of aan de gevolgen van haar zwangerschap in haar cel zijn overleden begin 1721

De hit

Tom & Dick schreven een liedje, al of niet geïnspireerd op bovenstaand verhaal. In de hit van Tom & Dick sterft Mary niet in gevangenschap, maar slaat zij, veel heldhaftiger, over boord en verdronk.

Of er een relatie is tussen de hit van Tom & Dick en de geschiedenis van Bloody Mary weten we niet. Wel dat het lied aanvankelijk geweigerd werd door de platenm,aatschappij. Een concurrerend label bracht het uit en het leverde een (de enige) hit voor Tom & Dick op. 10 weken top 40, waarvan 3 weken op nummer 1.

Als Het Ruime Sop het lied ten gehore brengt, gaat het publiek uit z’n bol en zingt uit volle borst mee!

Molly Malone

Standbeeld Mollie Malone in Dublin

De ballad Molly Malone, ook wel bekend als Cockles and Mussels, vertelt het verhaal van een vrouw uit Dublin genaamd Molly Malone, een aantrekkelijke visboer die kokkels en mosselen van haar kruiwagen verkocht, die ze door de straten van Dublin dreef. De ballad vertelt hoe de vrouw aan koorts stierf en nu spookt haar geest door de straten van de stad.

Het lied is populair bij zowel Ierse mensen als bezoekers van het land en wordt sterk geassocieerd met Dublin city. De componist van de ballade is onbekend en het is niet bekend wanneer of waar de song is ontstaan. Molly Malone is zelf een raadselachtig figuur met veel vragen onbeantwoord over de bekende iconische vrouw uit Dublin.

In 1988, als onderdeel van de Dublin Millennium-viering, werd een standbeeld van Molly Malone opgericht aan het einde van Grafton Street op de hoek van Suffolk Street. Het beeld van een aantrekkelijke vrouw gekleed in een onthullende top met haar kruiwagen zinspeelde op de algemene perceptie dat Molly ook als prostituee werkte. Het standbeeld werd opgericht op deze locatie omdat men dacht dat een Mary Malone (Molly is een afgeleide van Maria) werd gedoopt in de St. John’s Church in Suffolk Street, maar in 1988 werden de geboorte- en overlijdensregistraties van een Mary Malone gepresenteerd aan de toenmalige Lord Burgemeester die liet zien dat deze vrouw was gedoopt en begraven in de St. John’s Church op Fishamble Street. Deze verwarring zorgde voor verwarring over de identiteit van de vrouw in het lied en zorgde ervoor dat mensen zich afvroegen of ze ooit heeft bestaan, dit mysterie rondom Molly Malone heeft de interesse van mensen in haar verhoogd.

Was er ooit een visboer genaamd Molly Malone? Loopt ze nu als een geest door de straten van Dublin?

Wie weet..